Laatst stonden er weer eens berichten in de krant over hoe wij het zouden moeten doen in ons onderwijs, naar voorbeeld van Finland. Daar hebben ze hoog opgeleide leraren, die veel vertrouwen krijgen. Er is géén Inspectie (wel een nationale klachtenregeling). Jaloers!

Onderstaand fragment viste ik op uit een NRC van 2008. Artikel van Japke-d. Bouma, lees het hier.

Het ging er niet per se om, maar de middenschool die ze in Finland hebben wordt als succesfactor gezien, zie het citaat.

“In die middenschool krijgen alle kinderen, in de leerplichtige leeftijd van 7 tot 16 jaar, zoveel mogelijk hetzelfde onderwijs. Bijna alle kinderen, van alle niveaus, ook die met gedragsproblemen, mentale en geestelijke handicaps, zitten er op dezelfde school en in dezelfde klas. Pas als het echt niet anders kan komen ze in aparte groepen of op aparte scholen terecht.

De middenschool heeft Finland aan de top gebracht op het gebied van onderwijs. Het Finse onderwijs is een voorbeeld voor de wereld. In Nederland gelden basisvorming en middenschool als mislukte ideeën, maar in Finland gaat het wel goed. Dáár halen kinderen een hoog onderwijsniveau, dáár zijn geen problemen.”

Wat mij boeit is wat er mis is gegaan in Nederland. Die middenschool was misschien te politiek waardoor het pedagogisch concept onzichtbaar of onacceptabel werd. In het vervolg van het artikel wordt ook duidelijk dat er steeds meer “Nederlandse problemen”, zoals multiculturiteit, op Finland afkomen en ook niet helder is of hun systeem dat aankan.

Maar waar is bij ons toch het vertrouwen in leraren en de scholen waar ze werken verloren gegaan? Wanneer en waarom?

We kenden in ons land in het onderwijs langdurig een situatie van high trust. Dat is 10 jaar geleden of zo, vlot omgeslagen in lesser trust, en daarna nog sneller overgegaan in low trust. En nu staan we in een situatie van distrust: de overheid wantrouwt haar eigen scholen en haar eigen personeel. En ja, dat wantrouwen is geheel wederkerig.

Er zijn natuurlijk autonome processen die zo’n omslag veroorzaken, maar er zijn volgens mij ook markeerbare momenten. Voor nu noem ik “Schutte” en “Dijsselbloem”.

Ik kom er later op terug, want ik zou zo graag de weg terug naar het vertrouwen willen ontdekken.