De titel van deze bijdrage is van Bill Gates en komt uit een TED-lezing van hem uit 2009. Zie onder.

Gates is tegenwoordig vooral actief in het financieren van goede doelen. Nu eens niet cynisch te interpreteren — de benadering van zijn Stichting is om echt een verschil te maken op basis van serieus wetenschappelijk onderzoek. In zijn TED-presentatie gaat het in de eerste 8 minuten o.a. om het wereldwijd terugdringen van kindersterfte. Tot een van de belangrijkste oorzaken hoort malaria, dat bestrijdbaar is door goede middelen ter beschikking te stellen (klamboe’s voor moeder en kind, maar ook DDT (!)), voorlichting en communicatie te verzorgen en wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen te doen. Interessant op zichzelf.

Vanaf 08:20 minuten gaat het over de kwaliteit van onderwijs en over de vraag How do you make a teacher great? Je moet zelf maar naar de video kijken, want er is natuurlijk geen eenduidig antwoord. De Stichting van Gates heeft ook hier serieus onderzoek gedaan, met o.a. als conclusie dat de top 25% van de leraren in staat zijn om een gemiddelde klas per jaar 10% beter te laten presteren. Dit onderzoek laat ook zien dat na 3 jaar duidelijk is dat een goede leraar een goede is, en dat een slechte zich niet of nauwelijks meer verbetert. Dat komt aardig overeen met een gedachte die we als lerarenopleiders destijds, begin jaren 80, hadden over het best haalbare resultaat van een opleiding voor een leraar: een startpotentie om de eerste 5 jaren door te komen. Daarna was je een goede leraar of een dooie leraar… Aandacht voor, en prestatiedruk op, de initiële lerarenopleiding is dus cruciaal.

Het onderzoek van de Gates’ Stichting geeft ook aan dat het behalen van een master door een leraar statistisch gezien een zo goed als onzichtbaar resultaat geeft als het er om gaat een “great teacher” te worden.

Hieronder staat de clip van Gates’ optreden. Zoals gezegd gaat het vanaf minuut 08:20 over onderwijs. [Klik hier als je dit leest op je iPad]

<!–
WriteFlash(‘ ‘);
//–>